Hoe leer je het metrische systeem te gebruiken

Het metrische systeem is tegenwoordig het meest gebruikte meetsysteem in de wereld. Vanwege het ontwerp is het gemakkelijk te gebruiken en te onthouden, maar als u uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië of een ander land komt, bent u er misschien niet bekend mee. Het metrische systeem is gebaseerd op de machten van 10 om de grootte te differentiëren, waardoor het minder willekeurig is dan het imperiale systeem. Bovendien werkt het metrische systeem door verschillende maatregelen zoals gewicht en lengte.

Te volgen stappen:

1

Bestudeer de basiseenheden. De lengte wordt gemeten in meters (m), de massa in gram (g) en het volume in liters (l).

2

Verbind jezelf met de geheugenmetrische voorvoegsels. Verschillende machten van 10 gebruiken verschillende voorvoegsels, bijvoorbeeld, een kilogram is gelijk aan 1.000 gram, 100 centimeter staat voor 1 meter. Gemeenschappelijke voorvoegsels zijn "kilo", "milli", "centi" en "mega".

3

Bouw een methode, als geheugenresource, om de voorvoegsels uit de verschillende metrische eenheden te onthouden. Er zijn eenheden voor allerlei fysieke metingen, zoals newtons van gewicht, Kelvin van temperatuur en versterkers en volt van elektriciteit. Elk kan voorvoegsels hebben om de grootte ervan te kwantificeren.

4

Vergelijk metrische eenheden met andere eenheden in het imperiale systeem dat u al gebruikt. De metro is bijvoorbeeld ongeveer 2 inch langer dan een yard en er zijn 1.609 m per mile. De gebruikelijke looprails hebben een lengte van 400 m, wat betekent dat er vier ronden zijn voor een mijl. Klimmers en duikers gebruiken vaak meters in plaats van voeten om hoogte of diepte te meten.